"De groei van PinguinLutosa is nog niet voorbij"

"De groei van PinguinLutosa is nog niet voorbij"
June 13, 2011
Wanneer op 1 juli de overnames van Scana Noliko en d’Aucy worden afgerond, groeit PinguinLutosa uit tot een wereldspeler.

De groep wordt dan zo groot dat het nood heeft aan een nieuwe naam. “Alle suggesties zijn nog welkom”, grapt topman Herwig Dejonghe in De Tijd.

Met die overnames stijgt de groepsomzet tot 750 miljoen euro, een vijfvoud van goed vijf jaar geleden. “Maar de groei is nog niet voorbij”, verzekert Dejonghe.

Met de overname van de Limburgse conservengroep Scana Noliko en het Franse diepvriesgroentenbedrijf d’Aucy zal het aandeelhouderschap van PinguinLutosa grondig hertekend worden: het Franse CECAB, dat d’Aucy verkocht, en GIMV, dat Scana Noliko verkocht, worden belangrijke partijen in het kapitaal. Hein Deprez van Univeg, die vijf jaar geleden bij de overname van Lutosa toetrad, versterkt zijn positie nog.

Hein Deprez zal ook aan het hoofd komen van de nieuwe groep waarin PinguinLutosa en Scana Noliko als twee aparte divisies worden ondergebracht. Dejonghe blijft gedelegeerd bestuurder van de diepvries- en aardappelactiviteiten. Een eindpunt betekent dit niet volgens Dejonghe. “Er blijft nood aan schaalvergroting en professionalisering. Zeker in onze sector, met alle technologie en automatisering die erbij komt. Of je nu software koopt voor een magazijn van 5.000 paletten of 50.000 paletten, de investering blijft dezelfde.”

Het nieuwe PinguinLutosa krijgt vorm op een moment dat de groentesector zware klappen krijgt door de droogte en de EHEC-bacterie. “Op vlak van de droogte zijn deze en volgende week cruciaal. Als het nog goed doorregent, kan veel worden goedgemaakt. Maar sommige teelten, zoals die van de vroege aardappelen, zijn wel al verloren. Regent het niet genoeg, dan dreigen volumedalingen van 20 procent of meer”, beweert Dejonghe.

De topman van PinguinLutosa beschouwt dat als risico’s van het vak. “De timing is deze keer niet slecht. Nu weten we tenminste voor de oogst dat we wellicht een groot probleem hebben. We kunnen dat dus al uitleggen aan de klanten, soms is dat wel anders.” De afnemers zullen dus een hogere prijs moeten betalen? “We kunnen niet anders. Maar toch blijven we voorzichtig bij het afsluiten van contracten. We zeggen er uitdrukkelijk bij dat we misschien na drie maanden de prijs of de hoeveelheid moeten aanpassen.”

Oogstvoorbehoud, heet dat, en kan ingeroepen worden in overmachtssituaties. “Maar het is niet altijd mogelijk om dat in te roepen. Als andere concurrenten nog grote voorraden hebben die ze goedkoper kunnen aanbieden, gaat de klant lastig doen. Dat is dan het voordeel aan deze situatie: iedereen zit in het zelfde schuitje”, legt Dejonghe uit, die er meteen ook bij vertelt dat er momenteel geen voorraden meer zijn na de slechte oogst van vorig jaar.
Sponsored Content