Verantwoord Frituren haalt doelstelling toch niet

Verantwoord Frituren haalt doelstelling toch niet
September 16, 2011
Uit de recentste meting van de nVWA blijkt dat in het najaar van 2010 61 procent van de cafetaria’s vloeibaar frituurvet gebruikte.

Daarmee is het aantal fastfoodbedrijven dat in vloeibaar frituurvet bakt sinds 2004 bijna verdubbeld. In 2004 bleek uit een streekproef van de nVWA dat 33 procent verantwoord frituurde.

De cijfers geven aan dat er een continu stijgende trend te zien is. Volgens cijfers van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling van eind 2010 staat de 61% gebruikers voor 78% van het volume.

Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en het Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën (MVO) hebben in 2004 als campagnedoelstelling benoemd dat eind 2010 75 procent van de fastservicebedrijven vloeibaar vet zou gebruiken.

Die doelstelling blijkt volgens de resultaten van de nVWA niet gehaald. Uit een onderzoek eerder dit jaar door de Consumentenbond bleek wel dat 75 procent van de door hen bezochte cafetaria’s in verantwoord vet of olie frituurde.

Hoewel de campagne Verantwoord Frituren inmiddels niet meer actief werft, blijft het belangrijk voor fastfood-ondernemers om over te stappen op vloeibaar frituurvet omdat vloeibaar frituurvet gezonder is dan vast frituurvet. Verantwoord Frituren blijft fastfood-ondernemers faciliteren om kenbaar te maken dat ze frituren in het gezondere vloeibare frituurvet  middels het logo, diverse PR materialen en een gevelschildje.

Overigens zijn de vaste vetten de afgelopen jaren gezonder geworden. Vaste frituurvetten verschillen van vloeibare vetten door een hoger gehalte aan verzadigd vet en transvet. Fabrikanten hebben in een Code of Practice afgesproken het aandeel transvetten drastisch te reduceren. Het gehalte aan transvet in vaste frituurvetten ligt per 1 januari 2012 onder de 5 procent. Even goed blijft vanwege het gehalte aan verzadigde vetten gelden: vloeibaar is gezonder.
Sponsored Content